Download hier de inhoud van de zeven bouwstenen van les 4.
Houd een gesorek over hoe je met iets kleins een ander blij kunt maken. Maak gebruik van het volgende versje:
Iets kleins van mij
1 Mijn oma is ziek.
Haar hoofd doet zeer.
Ik geef haar een kaart
en nu lacht ze weer.
Alsjeblieft! Iets kleins van mij.
Voor jou voelt het groot en dat maakt me blij!
2. Wat kijk je toch sip?
Heb je ’n nare dag?
Ik geef je een hug
en ik zie een lach.
Alsjeblieft! Iets kleins van mij.
Voor jou voelt het groot en dat maakt me blij!
3. Mijn papa is stil.
Hij heeft verdriet.
Ik geef hem een steen
en dan huilt hij niet.
Alsjeblieft! Iets kleins van mij.
Voor jou voelt het groot en dat maakt me blij!
Kinderen tekenen op een groot vel papier welke acties ze als groep willen gaan doen om anderen blij te maken.