Download hier de inhoud van de zeven bouwstenen van les 1.
De held van Pim
Pim denkt aan een held
met grote, dikke spieren.
Een man van wel twee meter
en nog sterker dan een leeuw.
Pim denkt aan een held
die gaat vechten met tien stieren
die een boom zo uit de grond trekt
en die houdt van grof geweld.
Pim denkt aan een held
met kracht in beide benen
die dreunend op de grond stampt
en de aarde trillen laat.
Pim denkt aan een held
Die vaak gooit met zware stenen,
die de oorlog snel zal winnen
en die schopt en schiet en slaat.
Maar dan…
dan hoort Pim van Mandela,
van een man die anders vecht.
Die opkomt voor een ander,
voor geluk en voor het recht.
Mandela vindt dat mensen
gelijk zijn, blank en zwart,
die dus hetzelfde mogen,
samen, niet apart.
Samen op een bankje.
Samen in een flat.
Samen op de scholen.
Samen in een bed.
En dan…
dan vindt Pim die Nelson
veel sterker dan die held
die vecht met dikke spieren,
met bommen en geweld.
Want Nelson vecht met woorden
die over vrede gaan:
‘Hou vol! Ga door! ’t Wordt anders!
We kunnen ’t samen aan!’
Samen in een woonwijk.
Samen in een land.
Samen weer regeren.
Samen naar het strand.
Pim denkt nu aan Nelson.
Mandela is zijn held.
Woorden zijn vaak sterker
dan spieren en geweld.
Twee leerlingen gaan samen een heldenportret maken. Aan de ene kant tekenen ze een held met dikke spierballen, aan de andere kant een held die vecht met zijn mond.